Dag 7 & 8 Lake Bunyonyi
Blijf op de hoogte en volg Anouk
09 Oktober 2014 | Oeganda, Kabale
Lake Bunyonyi ligt op 2.600 meter hoogte en is een klein paradijs. Een meer dat bezaaid is met kleine eilandjes, omringd door de heuvels die zo het water in lijken te verdwijnen. Sijtje en ik gaan samen op een boottocht, tussen de eilanden door en naar een afgelegen stam die Pygmies worden genoemd. Het schijnen kleine mensen te zijn. Er staat een lekker zuchtje wind en het is fijn om de hele dag samen door te brengen, even los van de groep. We komen op de grens van Rwanda en onze gids laat de scheiding zien tussen Uganda en Rwanda. Op het meer vaart de bevolking met uitgeholde boomstammen, mooi om te zien zoals ze over het water glijden. Als we weer aan wal gaan hebben we een pittige klim voor de boeg, het is behoorlijk steil en binnen 5 minuten zijn we allemaal buiten adem. Maar het uitzicht is erg mooi. We komen bij de stam aan, boven op de berg en als eerste zien we een schoolgebouwtje. Twee klassen met elk maar 8 kinderen. De lokaaltjes zijn armoedig leeg, er staan 2 bankjes en er hangt een schoolbord, that’s it. Geen boeken niks. De kinderen verwelkomen ons weer met hun zang, dat is altijd indrukwekkend. We geven ze een bellenblaas en lopen verder met onze gids. Een stukje verder zien we rieten hutjes. Er komt een horde kinderen aan die er ontzettend smerig en armoedig uit zien. Sommige hebben korsten op hun gezicht, ze zien er alles behalve fris uit. We zijn er verbaasd over. Dit uitje, waarvan we van te voren al hoorden dat het toeristisch was, kost omgerekend 12 euro. Dat gaat naar deze stam. Er komen allerlei volwassenen tevoorschijn en ze zien er uit als oermensen, grof in hun gezicht, klein maar zeker niet abnormaal klein met vodden aan hun lijf. Ze gaan voor ons zingen en dansen met de hele groep, inclusief kinderen. Het hoofd van de groep, een tengere man, heeft een hard gezicht en lijkt in ons opzicht op een alcoholist. De dans en zang is absoluut indrukwekkend maar we hebben geen goed gevoel bij deze setting. Bij elke groep die hier komt krijgen ze 12 euro, dat is veel geld voor deze mensen. Daarna worden we naar ‘kantoor’ gebracht waar een zeer westers uitziende man zijn verhaal doet en vraagt of we het bezoekersboek willen tekenen. Het kantoor is een lemen hutje van 2 bij 2. Vervolgens is er nog een giftenboekje waar we een extra gift mogen doen. In het kantoor liggen boeken en schriften over de vloer verspreid. Wij vragen ons serieus af wat ze met dat geld doen want het is zeker niet te zien aan de kinderen en ook niet aan schriften of iets dergelijks. We gaan de discussie aan met die man, maar elke directe vraag die we stellen wordt beantwoord met bullshit. In het giftenboek staat precies wat ze allemaal hebben ontvangen, soms in Amerikaanse dollars, en 20amerikaanse dollars is een godsvermogen hier. Maar waar zien we het aan terug? We voelen ons belazerd en benadrukken dat ze de 40.000 shilling die we hebben gegeven goed moet worden besteed aan de kinderen, aan op zijn minst knappe kleding en schoolboeken. Het lijkt een toeristische fuik om maar zoveel mogelijk geld op te halen zodat het stamhoofd zich kan bezatten. En er vooral arm uit blijven zien voor de toeristen. Met een gemengd gevoel gaan we weg, wat we hebben gezien is het tegenovergestelde als de projecten waar we tot nu toe zijn geweest, maar het grote verschil is dan ook dat dit een toeristische attractie is. Terug in de boot gaan we de discussie aan met onze gids. We pleiten dat hij, degene die dit soort uitstapjes verzorgt, verantwoordelijk is voor de situatie. Als hij eist dat het geld goed moet worden besteed, en dat de kinderen bijvoorbeeld volgende week allemaal nieuwe kleding aan moeten hebben, en als ze dat vervolgens niet hebben, dat hij dan geen toeristen meer brengt. Zo kun je ze beïnvloeden om het geld juist te besteden. Kinderen geen kleding? Dan geen toeristentoevoer! Kinderen geen schoolboeken? Dan geen toeristentoevoer! Kinderen geen medische hulp? Dan geen toeristentoevoer. Onze gids lult er elke keer over heen. Maar Sijtje en ik zijn vastbesloten om dit met Be More op te pakken, dat zij hier druk op gaat uitoefenen en desnoods deze locatie als klant verlaten. Het laatste woord is hierover nog niet gezegd. Desondanks is de bootrit heerlijk en het samenzijn ook. Opnieuw zagen we weer kraanvogels aan de oever. Bij aankomst terug gaan we nog even over de markt en kopen we wat passiefruit. De rest van de middag chillen aan het meer….morgen weer terug richting Masaka.
Liefs!
-
10 Oktober 2014 - 17:39
Marjet:
Jeetje Anouk en Sijtje! Wat maken jullie veel mee en wat een indrukken krijgen jullie te verwerken. Heftig, ontroerend, overweldigend en confronterend lijkt me jullie reis. Het verslag is prachtig om te lezen! En vooral mooi dat jullie de mensen behandelingen kunnen geven. Heel veel liefs! Marjet
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley